Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Opdat de [12]bloedwreker den doodslager niet najage, als zijn hart verhit is, en hem achterhale, omdat de weg te verre zou zijn, en [13]hem sla aan het leven; zo toch [14]geen oordeel des doods aan hem is; want hij haatte hem [15]niet van gisteren [en] eergisteren. 12. Een van de naaste bloedvrienden des doden. 13. Hebreeuws, sla hem aan de ziel; dat is, alzo, dat zijn ziel van hem ga, of alzo, dat hij hem het leven beneme. Zie Gen.37:21; alzo onder, vs.11; Jer.40:14,15. 14. Dat is, zo hij toch niet verdiend heeft ter dood verwezen of aan het leven gestraft te worden; gelijk onder, hfdst.21 vs.22; Jer.26:11,16; Luk.24:20. 15. Gelijk boven, vs.4.